In 2009 ontdekten Diane & Philippe op toevallige wijze een 60-tal stammen van de Bouysselet druif die nog dateren uit het pre-phylloxera tijdperk. Als gepassioneerden van zeldzame inheemse rassen was dit natuurlijk een godsgeschenk. Deze stammen werden gekloond en geënt op 40 jaar oude stokken in een kleine 0,7 hectare grote wijngaard. Deze bijzonder zeldzame druif is een kruising van Savagnin en Plant de Cauzette. Om een idee te geven van het exclusieve karakter: er zijn maar een paar hectare van te vinden. Maar dankzij Diane & Philippe is Bouysselet nu wel wat aan populariteit aan het winnen. Het was op vraag van hun cliënteel dat ze nog een tweede perceel hebben geënt, ditmaal op jonge stokken. Danzij de dikke schil zijn ze vrij resistent tegen schimmels en ziektes. Er gaat veel aandacht naar het gezond houden van de wijngaarden. Hun biodynamische aanpak werd ook officieel gemaakt met een Demeter certificaat.

Recentelijk zijn ze overgeschakeld naar Biodyvin. De rendementen worden goed onder controle gehouden, zo kan de focus op kwaliteit ipv opbrengst liggen. De bodem van hun percelen wordt getypeerd door een kiezelrijke toplaag met een groot aandeel kwarts. De ondergrond op de drie verschillende locaties met percelen bestaat uit rode klei, zandige leem of een eerder rotsachtige structuur. Ze gebruiken enkel organische compost. Om de pH van de zure bodem wat te temperen strooien ze kalk tussen de ranken. Rond de wijngaarden vind je een grote rijkdom aan fauna. De parcellaire benadering zorgt ervoor dat het terroir zijn eigenheid kan tonen.