DOMAINE LAFAGE
ROUSSILLON, FRANKRIJK
HET DIEPE ZUIDEN
In het diepe zuiden, in het Catalaanse gedeelte van Frankrijk, nabij het middeleeuwse dorp Vilarnau, vinden we Domaine Lafage. Omringd door wijngaarden die profiteren van een mediterraan terroir krijg je er een onvoorstelbaar panoramisch zicht over Albères, de natuurlijke grens tussen Frankrijk en Spanje, voorgeschoteld. Op het platteland in de jaren '70 was het de gewoonte dat de zonen al op jonge leeftijd deelnamen aan de werkactiviteiten van de ouders. Jean-Marc Lafage zijn vader was wijnbouwer dus volgde hij hem logischerwijze tussen de wijnranken in Maury. De familie bezat daar een prachtige wijngaard op een zeer steile helling, zodat mechanische bewerking uitgesloten was en alles met de hand moest gebeuren. Het was de eerste wijngaard die Jean-Marc alleen mocht bewerken en waarvan hij de vinificatie deed. In de stilte op die steile pentes heeft hij de eenheid met de natuur gevonden en heeft de wijnmicrobe hem te pakken gekregen. Dat perceel ligt er nu nog steeds maar is niet meer beplant. Jean-Marc Lafage heeft zich voorgenomen om het terug te beplanten en hoopt dat zijn zoon Nicolas en zijn dochter Léa op die magische plaats hun wijnbouwers-bloed gaan voelen stromen en er een 7e generatie wijnbouwers volgt.
JEAN-MARC
In 1993 doet hij zijn eerste zelfstandige vinificatie waarbij hij vooral in de kelder zijn eigen idealen toepast. Het is pas in 1995 dat de grote omwenteling komt. Die zomer wordt door een grote droogte geteisterd en dit leidt tot een enorme fluctuatie in de kwaliteit tussen de wijnen van verschillende percelen. Deze die van een bodem kwamen waar Didier veel aandacht had geschonken aan de doorluchtigheid sprongen er gewoon uit. En zo was het plots overduidelijk welke weg hij moest inslaan en zweerde hij bij de biodynamie. Zijn wijnen komen zonder certificaat op de markt maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door zijn absolute toewijding aan zijn idealen. Didier zet trouwens verschillende petten op. Hij is niet alleen wijnbouwer, maar ook landbouwer en hij speelt soms zelfs eens voor boswachter. En dit in zijn eigen bos, want in de loop der jaren heeft hij vele duizenden bomen laten aanplanten om het lokale ecosysteem in balans te houden. Het wijnhuis Léon Barral bezit een 25 hectare wijngaarden die grotendeels op steile hellingen liggen. De bodem bestaat uit zachte leisteen die zich voornamelijk in een schilferachtige toestand presenteert. Hij streeft naar een maximale interactie tussen fauna en flora. Hij zorgt er voor dat er steeds begroeiing is op het bodemoppervlak. Op naakte plekken wordt gras en klaver gezaaid. Naast de winst in biodiversiteit helpt dit ook om erosie tegen te gaan op de steile hellingen. Dit aspect van de wijnbouw, in combinatie met de bodemstructuur en ligging, levert frisse en rustieke wijnen met perfect rijp fruit op, en dit gaat dan ook nog eens gepaard met veel kracht en volume. Het blijft natuurlijk een Languedoc-wijn. Dit biedt een ideaal recept voor een goede bewaarwijn, en dit zonder het gebruik van sulfieten. Het sulfietgehalte is zo extreem laag dat het zelfs onder de wettelijke norm zit waarbij een vermelding op de fles verplicht is.
VERSCHILLENDE TERROIRS
Na het plukken van de laatste trossen neemt een team van koeien, varkens en paarden het werk in de wijngaard over tot april. Het grazen en de bijhorende bemesting zorgen voor een weelderig microbiologisch leven in de bodem. Van zodra de knoppen op de ranken verschijnen wordt het werk in de wijngaarden overgenomen door muildieren. Dit zorgt voor een betere bodemverluchting dan bij het gebruik van zware tractoren. Naast de klassieke druivenrassen uit Faugères is Didier ook een grote fan van de Terret druif. Volgens hem is dit autochtoon ras perfect aangepast aan de lokale klimatologische condities. Hij vindt het dan ook jammer dat deze druif niet is toegestaan in de appellatie. De wijnkelder is ook allesbehalve klassiek te noemen. Didier Barral wou een duurzame en ecologisch vriendelijke optie: hij heeft ervoor gekozen om de wijnkelder in de zachte leisteen onderaan een heuvel te laten uitgraven. Hierbij was het aspect verluchting een zeer belangrijk item. Hij wou een constante temperatuur maar toch ook een interactie tussen de atmosferische condities in de open lucht en de wijn die in de kelder ligt te rijpen. Tijdens de vinificatie worden enkel inheemse gisten gebruikt en gebeuren alle processen op een biologische manier. Didier Barral wil dat zijn wijnen een expressie zijn van het terroir en de druivenrassen. Hij wil ook dat de typiciteit van de meteorologische omstandigheden in zijn wijnen reflecteert: geen jaarlijkse ‘eenheidsworst’ dus! Liefhebbers van pure smaken komen bij Léon Barral absoluut aan hun trekken!