De oogst van de druiven gebeurt deels 's nachts mechanisch en deels manueel overdag. De fermentatie in inox tanks komt spontaan op gang door de inheemse gisten. Dit proces is temperatuur-gecontroleerd en verloopt tussen de 18 en 22 °C. De tanks hebben verschillende afmetingen zodat de druiven volgens hun bodemeigenschappen samen in één tank kunnen. De clarificatie gebeurt door middel van bentoniet. De wijn ondergaat een koude stabilisatie die op een natuurlijke wijze gebeurt. De rijping neemt plaats op droesem. Hij gaat gefilterd op fles.