De druiven worden met de hand geplukt en gaan in kratten van 20 kg naar de wijnkelder. Daar ondergaan ze een koude maceratie die gevolgd wordt door de fermentatie die op gang komt door de inheemse gisten. 80% van het sap rijpt in eiken vaten van 300 en 500 liter die voor de 3e keer worden gebruikt. De rest van het sap vertoeft 7 maanden in eivormige betonnen tanks.