Pannobile

De naam van de vereniging werd voorgesteld door Hans Nittnaus.
Pannonië [Latijn: Pannonia], de naam van de regio tijdens de Romeinse periode; dit benadrukt dat herkomst een belangrijk criterium is voor de wijnen.
nobile [Latijn, Italiaans] edel, rijk aan inhoud, genereus.

In het midden van de jaren 1980 onderging Oostenrijk een wijnbouwrevolutie. Veel wijnmakers pasten de nieuwste kelder-technologieën toe en legden sterk de nadruk op internationale druivenrassen om meer waarde aan hun wijnen te geven. Dit uitte zich in het nieuwe zelfvertrouwen van de Oostenrijkse producenten en wees op het potentieel van hun wijngaarden bij het vergelijken met die van de gevestigde wijnbouwregio’s van andere landen.

Deze aanpassing aan moderne methoden leidde echter soms, gezien vanuit het huidige perspectief, tot een zekere uniformiteit van smaak en tot een afname van de regionale typiciteit van de wijnen. Niettemin was de internationale stijl zeer succesvol op de markt en bleek het een belangrijke stap te zijn in de ontwikkeling van kwaliteitswijnbouw in Oostenrijk.

Sommige wijnmakers hadden echter levendigere verbeeldingen over hoe premium wijnen uit hun geboorteland zouden moeten zijn. Zo ontstond het idee van Pannobile, gecreëerd door een groep wijnvrienden die regelmatig bijeenkwamen in Gols, een wijndorp aan de noordoostelijke oever van het Neusiedlermeer (Neusiedler See). Hun doel was niet om “modern” of “internationaal” te zijn, maar om zich te richten op terroirs, karakter en het klimaat van hun regio, zodat premium wijnen gemaakt van lokale druivensoorten konden worden gecreëerd.

Niettemin is een visie één ding, en de realisatie ervan is iets compleet anders. In 1994 besloten de wijnmakers een vereniging op te richten die hun losse ideeën zou omzetten in concrete doelen en een platform zou bieden voor de realisatie en controle van die doelen.

Zeven wijnmakers, Paul Achs, Matthias Beck, Hans Gsellmann, Gernot Heinrich, Matthias Leitner, Hans Nittnaus en Helmuth Renner, richtten de vereniging op. In 1998 trad Gerhard Pittnauer toe tot de groep, evenals Claus Preisinger in 2004 .

D E D R U I V E N R A S S E N

Een Pannobile weerspiegelt de lokale druivenrassen, de bodems en het speciale microklimaat van de beste percelen tussen Neusiedl am See en Halbturn. Volgens de wijnwet moet het een droge kwaliteitswijn zijn. Wat betreft de toegestane druivenrassen kan het worden gemaakt als een enkelvoudige variëteitswijn of, zoals gebruikelijker is, als een cuvée.

Door lage opbrengsten van de wijnstokken en maximale concentratie en zorg in de wijngaarden en de kelder wordt het volledige potentieel van elk jaar benut. In hun jeugd worden Pannobile-wijnen gekenmerkt door een duidelijke fruitigheid, waardoor ze vanaf het begin zeer toegankelijk zijn. Bij flesrijping evolueren een scala aan rijke en pittige smaken, terwijl de charmante fruitcomponenten behouden blijven. Deze wijnen kunnen vele jaren in de fles rijpen. In Pannobile-wijnmakerijen staat de Pannobile-wijn bovenaan, gemaakt van lokale druivenrassen geteeld op de beste percelen.

De diversiteit van de bodems en microklimaten rond Gols leidde tot de teelt van verschillende druivenrassen, hier en niet tot de concentratie op slechts één leidend ras. Daarom is het gebruik van verschillende rassen typerend voor een Pannobile-wijn.

P A N N O B I L E R O O D

Sinds de oogst van 2006 worden alleen de lokale variëteiten Zweigelt, Blaufränkisch en St. Laurent gebruikt voor het produceren van rode Pannobile-wijn.

De vroeg rijpende Zweigelt geeft de voorkeur aan bodems die niet te zwaar zijn en rijk aan humus. Deze variëteit bereikt meestal zijn hoogtepunt op hoge locaties en is dus koeler. Bijvoorbeeld, in de rode grindbodems aan de zuidelijke rand van de Parndorfer Platte en in het kalkrijke bovenste deel van de Golser Wagram, ontwikkelt de Zweigelt niet alleen zijn gebruikelijke fruitigheid, maar ook florale componenten en een duidelijke kruidige kruidigheid. Deze komen allemaal samen op het gehemelte met sappige tannines – wat de complexiteit van de wijnen aantoont. Als onderdeel van een cuvée draagt Zweigelt vooral sappigheid en diepte bij.

De laat rijpende Blaufränkisch heeft de warmste percelen van de Wagram nodig om al zijn complexiteit te tonen. Het weerspiegelt het typische karakter van de percelen zoals praktisch geen enkele andere variëteit dat kan. Van de wijngaardhellingen met bodems bestaande uit zand, leem en kalk komen sappige en fruitige wijnen met een fijne, gracieuze structuur.
Enerzijds verspreiden wijnen van deze percelen de zwarte bessen- en kersennoten die kenmerkend zijn voor de variëteit, en anderzijds tonen ze de kenmerkende Blaufränkisch kruidigheid. Dit komt tot uiting in kruidige en groene noten, samen met subtiele zoethouttonen. En er is ook frisse zuurgraad, die zorgt voor een levendige frisheid van de wijnen en tegelijkertijd hun elegante karakter benadrukt. De Blaufränkisch van deze percelen worden gekenmerkt door fijne tannines die bijdragen aan de stevige structuur van de wijnen. Al deze facetten samen resulteren in gelaagde wijnen met precies fruit, veel spanning en een aanzienlijk aanhoudend gehemelte. De Blaufränkisch voegt kruidigheid, structuur, elegantie en lengte toe aan de cuvées.

St. Laurent, een andere vroeg rijpende druif, geeft de voorkeur aan hogere, koelere percelen – zoals die aan de zuidelijke randen van de Parndorfer Platte, met hun ijzerrijke grindbodems. Hier, met een prachtig uitzicht op het Neusiedlermeer, geniet de variëteit van de thermische elementen die het in staat stellen om een pittig, bosbesfruitig karakter te onthullen. De heldere, strakke aroma’s zijn ook goed verweven op het gehemelte.
St. Laurent draagt veel finesse en structuur bij aan een cuvée en de kenmerkende zuurgraad ondersteunt de frisheid en levendigheid van de variëteit.

H O E W O R D T E E N W I J N
P A N N O B I L E ?

Elk lid stelt zijn eigen varianten samen voor zijn nieuwe Pannobile-wijnen. Door gezamenlijke blinde proeverijen van de leden, samen met kritieken en suggesties, worden de perfecte samenstellingen van de wijnen gevonden, net als de nieuwe oogst. Aan het begin worden de basiswijnen voor elke Pannobile van een wijnhuis onderworpen aan de kritische meningen van de andere leden. Regelmatig gehouden blinde proeverijen zijn de belangrijkste garantie voor kwaliteit in de ontwikkeling van de wijnen. Alleen wanneer de wijnen voldoen aan de strenge eisen voor kwaliteit en typiciteit van alle negen producenten, kunnen ze worden gebotteld en verkocht onder de naam Pannobile.

Hoewel de Pannobile-wijnen worden gekenmerkt door zelfopgelegde beperkingen en regionale overeenkomsten, vertoont elk ervan de onmiskenbare handtekening van de producent. Elke jaargang bevat tot negen rode Pannobile-wijnen en 3-4 witte.